Het Mutsje: De ribbelrand maak je door 6 naalden
recht te breien. Met dezelfde kleur ga je verder voor de 1e streep
in tricotsteek , dus aan de voorkant recht breien en aan de achterkant
averecht.
Net als bij het hoofdje pas je de kettingkantsteek toe.
De draad in
de nieuwe kleur knoop je eenvoudig vast. Als je weer van kleur wisselt sla je
de draden om elkaar heen ( je kruist ze)
Het minderen gebeurt steeds op de goede (rechte)
kant, in de streep met dezelfde kleur als de rand van het mutsje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten